-
1 anstoßen
anstoßen♦voorbeelden:mit dem Kopf an einen Stein anstoßen • met zijn hoofd tegen een steen stoten3 bei jemandem anstoßen • iemand ergeren, prikkelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: с немецкого на все языки
со всех языков на немецкий- Со всех языков на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский